Tegelijkertijd moet op basis van de gevonden sterktes van de verbanden of de effecten geconcludeerd worden dat niet alle beelden van mediageweld even sterk inwerken en dat niet alle kinderen even sterk door het mediageweld beïnvloed worden.
In het algemeen lopen jongens, kinderen die een groot liefhebber zijn van mediageweld, kinderen die daar minder goed mee om kunnen gaan en kinderen die het thuis of op school minder goed hebben, het meeste risico om beïnvloed te worden door het geweld in de media. Belangrijke factoren zijn daarnaast de ouders en leeftijdgenoten die de risico’s kunnen vergroten of verkleinen.
Met het ouder worden nemen de risico’s van het mediageweld voor kinderen niet per definitie af. Enerzijds worden kinderen wel wijzer en kunnen ze het mediageweld steeds beter op waarde schatten en bekritiseren. Anderzijds veranderen de voorkeuren van kinderen voor mediaproducties met het opgroeien, omdat kinderen steeds weer nieuwe relevante
media-inhouden opzoeken om zich aan te spiegelen en om hun eigen plaats in hun leefomgeving mee te bevestigen. Met elk van die nieuwe mediagenres komen kinderen dus steeds weer opnieuw voor nieuwe uitdagingen te staan en zijn er steeds weer risico’s verbonden aan het omgaan met mediageweld.